de graven van Holland , hen als hunne lecnheercn moes ten erkennen; 2°. maakten zij mede aanspraak op sommige reglen, goederen en inkomsten. Deze hulsten zijn het, die hier door Gay aan zijnen zoon Guyot worden opgedragen: hel eerste behoudt hij voor zich en aijnen oudsten zoon Rob» brecht, en staat hetzelve eerst in 1298 tijdelijk aan zijnen neef graaf Jan I, met toestemming van alle zijne zonen af.

(1) greons et ot'trions, wij keuren goed en wij bekrachtigen het. Ottrions staat voor octroijons.

{2) enconvent, d. i. verdragen, bij verdrag beloofd.

(3) aquerre, verkrijgen , acquérir.

sche leenen uit te betalen aan Gut/ van Vlaande ren, aan tvien hij zekere som gelds verschul

digd is.

15 November 1296.

A son excellent signeur Philippe par Ie grasce de dia T.oy de France, Renaus cuensde Glielre ses foiables lui apparelliet a ses commendemans; Sire comme nous par vostreassent (1.) aions mis en Ie main Ie (.2) noble hom- me no chier signeur Guy conte de Flandres, pour dettes ke nous li devons, les venues (3) de no fief ke nous te- n ons de vous par lescange de Ie terre de Uarfloe (4) qui noe (5) estoit, et dou quel fief tous nous aveis as- senei (6) a prendre a vostre tresorie au temple treze eens livres tournois lan , hiretaulement a trois contes des

(i) assent, toestemming, van het lalijnsche assenlior.

(2) en la main Ie noble homme, in handen van den edelen man.

Het oud fransch laat veelal het voorzetsel in deze gevallen weg.

(3) venues, inkomsten.

(4) Harjloe. Otto van Gelder, vader van Reinoud, was ia

1252 of 1253 gehuwd met Philippotc , derde dochter van grave Simon van Dammartin, waardoor hij vele goederen in Frankrijk verkreeg, als Harfleur, Arguelles, Martagne- ville, la Vacheresse sur Somme en de bosschen van Cantas- tre. Reinoud verkocht die in 1282 aanEduard, koning van Engeland en zijne gemalin Eleonora, gravinne van Pon- thieu; zie Van Spaen Inl. II. 226; en verkreeg daarvoor eene vaste jaarrente van den Koning van Frankrijk. Zie ook den brief van 1305 beueden, en eeaen van 1290, hij Nijhoff, I. No. 29.

(5) noe, <1. i. notre, het onze.

£6) asseuei, d. i. assigné.

— 70 —

Ballius, a cascun conte quatre eens trente trois livres sis sols wil deniers tournois, et on nous doit mainte- nant de chiut termes ore daerrainement passes , ensi ke il appert clerement par le conte ke Jehan Calewars nos clers a fait au temple,la ou nous presmies no daerraine paiie. Nous Sire vous prions ke vous ces arrierages ke 011 nous doit de no fief devant dit, voellies faire paiier a mon signeur le conte devant dit ou a son certain commant, et de ce ke paiiet sera a un ou a son certain cornmant, nous nous en tenrons bien a paiiet et de tiint vous en quitons nous par ces presentes lettres scelees de no scel, chiers sires, et nommeement les quatre eens li vres ke vous nous eustes enconvent voellies aussi faire delivrer. Doune lan de grace mil deus eens quatre vins et seze, le joedi apres le St. Martin.

Origineel op perkament, met het groot zegel van Guy van Vlaanderen in wit was , met tegenzegel, hangende aan perkamentban den.