(3) Jan van Polanen, vader van Jan van Polanen, heer van de Leek, die naderhand zeer in gunst was bij Margaretha en haren zoon Willem van Beijeren vóór hunne twisten. Zie de Jonge, Verh. over de Hoeksche en A'abe/jaauwsck twisten , bl. 168. De hier genoemde was gehuwd met Catharina van Brederode , eo stierf volgens het doodboek der Abdij van Egmond , den 26sten September 1342. Zie Huydecoper op Melis Stoke III. bl. 455. Eene geslacht lijst van" dit huis vindt men bij Butkens Trojik. du Bntl. Suppl. II. 82. Het is , naar men meent, uit dat van Bui- venvoorde gesproten.

(4) Dirk van Jutfaes komt reeds als getuige voor in 1303, bij Van Mieris II. 38. Zijne heerlijkheid lag in het Sticht van Utrecht.

Item a monsigneur Philips de Zanthorst (1), pour XXX hommes , VII

Item au signeur de Wassenare (2) pour LXXIX hom mes, XVIII c£ VIII jj VIII §.

Item a monsigneur Zuweider dAbecwoude (3), monsr. Hubiert de Viane et Jehan de Gulenburch Vc. hom mes , cxvi xiii mi %.

Item a iauls C. hommes deseure , XXIII <£ VI $ VIII §. Item a monsigneur Conraed de le Sleyde (4) dou com-

(1) Monsigneur Ph. de Zanthorst komt voor in brieven van 1309, 1310, waarin hij 's graven raad genoemd wordt: Van Mieris II. 84, 91, en was den 26 December 1316 reeds gestorven. Hij had bij zijne vrouw Lijsbeth vijf kin deren , Philips, Heijnric, Dierie, Sjmon en Clemence. De oudste, Philips, huwde 25 Dcc. 1316 met Kerstine Wil- laems dochter, Ver Baerten sone. Van Mieris II. 178 en 179. Zie over dezen laatsten , bl. 115 , noot 4.

(2) Zie over hem Boekenberg, Iferoes JFassenar. in de Hist. Baiav.

(3) Zweder van Abecwoude, d.i. Abcoude, komt voor in 1305. bij Van Mieris II. 48, en als leenman van den Utrecht- schen bisschop in 1328 in eenen brief bij Heda, ed. Buch., p. 241. Hub.v. Viane komt als getuige voor in 1312, bij Van Mieris II. 125. Veel vroeger, in 1297, was hij in twist met den Utrechlschen bisschop. Wagenaar III. 150. Zie ook NijhofT I. Oork. bl. 42, 49, 94, 100,133, 148. Jan van liosinchem, heer vanCulemburg, was de zoan van Hubrecht Schenck , heer van B. en C., en Margaretha van Arkel. Hij huwde eerst mei Margaretha, erfdochter van Gerard van Maurik en daarna met de dochter des heeren van Abcoude en stierf op S. Michielsdag (29 Sept.) 1326. Zie Zw. de Culenb. Orig, Culenb. bij Matthaeus Anal. III. 592 sqq.

(4) Hij komt voor in brieven van 28 Februarij 1341 en 7

mant monsigneur, XII c£ X

Summa XICLIIIdC IX 1111%. A PietreVenin pour le castelain de Gant, TIII^C IX$ IIIf§. A Dieric van der Made (l)LXXIIII hommes pour XIIII

jours, val. XVII ^ VjJ IIII ^. A heren Diederick van Outhorne (2) XLV hommes a

XIIII jours, valent Xfl. A Splinter van Nawenrode (3) pour XXX hommes a

XIIII jours, valent VII A haer Dierderic van Riede XVII hommes a XIIII

jours , valent LXXIX Q IIII %. A Jan Godysone met XX hommes a XIIII jours, valent

IIII d£ XIIIS IIII %. A Jan sheren Gillys sone van Vorscode (4) pour XXVII

hommes a XIIII jours , VI VI Q. A betaelt heren Symoen van Benthem (5) van Heinric

September 1342, bij Nijhoff Cedenku: I. Oork. bL 422 en 446.

(1) Dirk van der Made komt als getuige voor in brieven van den 3den en 5den Jan. 1326, bij Van Mieris II. 375, 376.

(2) Died. van Outh. Hij was baljuw van Medemblik , en ontving den 5den Maart 1324 eenige gunsten van grave Willem III. Van Mieris II. 336.

(3) Spl. van Nuwenrode. Hij was den 8 Januarij 1321 borg van Willem III. Van Mieris II. 248.

(4) Misschien dezelfde die in eenen brief van 14 Nov. 1325, bij Van Mieris II. 367 , alleen Jan 's heren Gillis zone , heet.

(5) Symon van Benthem, ridder, komt voor in brieven van 1305, 1309, 1319, 1325, bij Van Mieris II. 48, 84, 221, 372. Ook in Gelderland vindt men in dezen tijd een geslacht van dien naam. Nijhoff I. No. 178. 248. 252 en elders. Van Spaen In/. IV. 77. Of dezen verwant wa ren, is mij echter niet gebleken

— 113 —

Begherevan Ammers XVIII hommes, XXXII fl VTir%. A Thieleman die Molnaer (1) XXXV hommes, a XIIII

jours, valent VIII IIIQ IIII %. A heren Symoen , voer Albrech Vuten Waertle XXII

hommes a XIIII jours, V<£ Hfl VIII %. A heren Harbaer van Riede (2), pour LXVI hommes a

XIIII jours, XV ^ VIII Q. A Heinric die Jonghe pour hommes, XXX , a XIIII

jours, VII£. A Willem Zonderlant, XXVIII hommes, a XIIII jours,

VI ^ IJ} VIII A her Symon voer Arnould Boudin sone, XII man ,

a XIIII jours, valent LVI Q. A hem selve voer her Viscart van Dubbelmonde (3),

V hommes , a XIIII jours, montent XXIII Q IIII §. A Ernoud van Crayensteyn (4) XXXII hommes, a XIIII

jours, VII £ IX JJ IIII A her Symon van Betthen (5) voer em selven , LVI man-

ne, a XIIII jours , XIIII ^ XV I %.

(1) Thielem, die Molnaer komt voor in twee brieven van 13 October 1321 , bij Van Mieris II. 262 , 263.

(2) 71. v. Riede. Ik tref hem aan in twee brieven van 11 Aug. 1305, en in eenen van 6 Nov. 1319, bij Van Mieris II. 48 , 225.

(3) Heer Wiscaert van Dubbelmonde komt voor als getuige den 26 December 1326, bij Van Mieris II. 410. Het dorp van dien naam, oudtijds Duplatnunde geheeten, lag niet ver van Dordrecht, aan den mond der Dubbel, waar die uit de oude Maas landwaart inliep, en is in den grooten wa tervloed van 1421 weggespoeld. Zie Van de Wall Handov. van Dordr. I. bl. 5.

(4) Ernoud van Craayenstein komt mede in denzelfden brief voor.

(5) Lees Benthem. Vergel. blz. 120 en 123.

8

A her Symon voer heir Janne van Duvenvoerde (1), XXVIII man, a XIIII jours, VI <£ Xg YIII

A Heinric die Boe pour XXX hommes, a XIIII jours, valent VII <£.

A Jacob Sconnenaker pour XXII hommes , a XIIII

jours, Cllfi VIII %. A Hugheman sheren Hughemans sone XVI hommes,

a XIIII jours, III ^ IHIJJ VIII. Prestet monsigneur Jehan de Haynau (2), a boin comp-

te , LXII X fi 1 %. VI V § par Lambert. A Willens Willems sone van Velnesse (3) pour XVIII

hommes , IIII^ 1111%. A her Soemaes van Diest ende heren Arnoud van

Diest (4) prestet, XV<£.

(1) Jan van Duivenvoorde: volgens de meeste schrijvers was dit

huis afkomstig uit dat van Wasscnaer. Hij komt voor in brieven van 1316 en 1323, bij Van Mieris II. 178, 301. Zie over dit geslacht, Boekenberg, Mist, Batavv. et in iis Hist. /bassen, p. 133 sq. Junius Batavia p. 335. Van Leeuwen Bat. illustr. en vooral De Jonge Hoeksche en Kabeljaauwsche twisten , bl. 149.

(2) Jan van Henegouwen, heer van Beaumont, broeder van graaf Willem III van Holland, en naderhand zeer ver maard in den aanvang van de Hoeksche en Kabeljaauwsche twisten. Zie verder over hem De Jonge, Verh. over dt Hoeks, en Kabeljaauws. twisten, bl. 133 volgg. , Van Wijn Huisz. Leven II. 1. bl. 191 volgg.; en De Lange Gesch. der heeren van der Goude, D. I. bl. 91—103.

(3) De zoon van heer Willem van Wilnesie (want dus moet men lezen) ridder, die als getuige voorkomt in een brief van 1319, bij Van Mieris II. 209.

(4) Heer Thomas (niet Soemaes) heer van Diest, en heer Ar noud van Diest, ridders , waren zonen van Arnoud , kastelein

— 115 —

Somme IICXXXII^ XVII $ VIII §. Item prestet au segneur de Vorne le merqnedy apres Ie

nostre dame en my aoust, LXII^ X$. Au segneur de le Lecke (1) pour IIIICL hommes,

CVoC.

A Jan van Zassene ende Gherart Ever ende Jan van der Mien (2) CVII hommes, a XIIIIjours, XXIIIIdC XIX IIII %.

Item a Jehan Keyser (3), XXX hommes , VII <£.

A Willem VerBaerten sone (4) le rechmeester prestet, dont il doit conter , LXIIc€ X$«

van Antwerpen en broeders van Jan van Diest, bisschop van Utrecht. Zie Buchel. ad Hedam, p. 241.