useridguestuseridguestuseridguestERRORuseridguestuseridguestuseridguestuseridguestuseridguest
Charter: Gedenkstukken Nederlandsche Geschiedenis, ed. Bergh, 1842 (Google data) 123
Signature: 123

The transcription and metadata of this charter are scanned by a OCR tool and thus may have low quality.

Zoom image:
Add bookmark
Edit charter (old editor)
99999999
(2) des dinxdaghes op St.' Luciendach, d. i. den 13den De cember. (1) Wtllelrtmm — alterum , lees Wilhlmus — alter.
Source Regest: Gedenkstukken tot opheldering der nederlandsche Geschiedenis - opgezameld uit de archiven te rijssek, en op gezag van het gouvernement uitgegeven, Nr. 123, S. 270
 

ed.
Current repository
Gedenkstukken tot opheldering der nederlandsche Geschiedenis - opgezameld uit de archiven te rijssek, en op gezag van het gouvernement uitgegeven, Nr. 123, S. 270

    Graphics: 
    x

    (2) pour venir a bataille. Deze zeeslag had plaats den 4den Juhj 1351 , op de Maas, niet verre van den Briel. Margaretha werd daarbij verslagen , en een harer voornaamste aanhangers, Dirk van Brederodc , gevangen genomen. Zie J. a Leidis de orig. et reb. gest. DB. de Breder, bij Matthaeus Anal. I. 629. Ook sneuvelden hier, onder anderen, Costijn van Renesse es Floris van Heemstede. Fragtn. Chron. rhythm,, aldaar I. 65. Oude Holl. Kron. bij Willems Belg. Mus. IV.210. J. » Leidis verhaalt, dat de keizerin hierop naar Engeland week: het blijkt uit ons verhaal, dat dit eerst later geschied is. Het is overigens zonderling, dat onze schrijver den zeeslag geheel voorbijgaat, dien Margaretha vroeger, bij Veere, tegen Willem gewonnen had, waarover zie Beka bij Mat thaeus III. 408 en J. a Leidis, L. XXIX. C. 18. Of het

    . moet zijn, dat hij hiermede haren togt tegen Wolfert van Borselen bedoelt, hetgeen men evenwel geenen slag noemen kan.

    (3) ouvrer, oud woord, beleekenende arbeiden, afgeleid van operari.

    (-4) ottria , toestond , beloofde , verzekerde.

    — 231 —

    jonrs a faire par le dit et consel de monsigneur le roy dessus nommet. Et sur chou medame ordena ses be- soingnes a Sirixee et en rala en Haynau. Si envoya en ce terme mesires li rois lettres a medame, conte- nans que medame volsist faire cargier (1) ses gens et donner triuwes a ses anemis, sans porter nul damaige lun a lautre jusques ale nativitet nostre dame (2) en mi aoust, et devens ce terme medame fust en Engle- terre et il y avoit mandet le dus Willaume. Et yaus yenus mesires li rois dessus nommes par se boin consel a layuwe de dieu les accorderoit, ale quelle cose me dame pour lonneur dou roy obbei as triuwes et fuirent donnez et tenues de par li; nient mains (3) mesires li dus Willaumes ne se partie ne ne soulFri (4) , que en ce terme adies ne destruisit en toutes manieres les amis et aidans medame, enportant pau (5) donneur chiaus qui meller se voloient de le pais et accordo faire.

    Ghes besoingnes ensi faites et ordeaees, medame li

    (1) faire cargier, d i., naar ik meen , last geven; men ziet dat

    er nog vele andere brieven gewisseld en onderhandelingen gevoerd zijn, die wij niet meer overig hebben.

    (2) nativitet nostre dame. Hier is een misslag van onzen schrij ver, want deze feestdag valt niet op den loden Augustus, maar op den 8slen September; 15 Augustus is O.Y. Hemel vaart (assomption).

    (3) nient mains, des niettegenstaande, nèanmoins.

    (4) ne souffri que — ne destruisit. Soufrir is volgens Roquefort I se contenir, se modérer, se posséder," en dus zal de zin zijn: Willem weerhield zich niet van in dien tijd onop , houdelijk de vrienden en aanhangers zijner moeder te ver volgen.

    (5} pau, weinig, peu.

    — 232 —

    contesse ordena ses besoingnes en se dit pais , en vo- lentet (1) de venir en Engleterre pour faire chou que promis et enconvent avoit, et che vint ale connissanche medame se mere (2), mofisigneur de Biaumont sen oncle et les nobles dou pais , liquel en furent ensan- le (3) et appiellerent le consel des boinnes villes, li quel furent a chou consilliet quil priassent medame que elle se deportast (4) daler et Engleterre, et elle re- spondi que laissier ne le pooit, car ille lavoit promis et enconTent (5) par se loj altet et que se ille ni alait, ille en seroit reprochie a tousjours; et apres pluiseur parlers , medame se mere li dist que elle ne soufferoit point quille y alast et li fist prendre ses chevaus. Et soffri (6) meditte dame se mere et mesires de Biaumont ses oncles daler en Zellande par deviers monsigneur le duc Willaume , et pour traitier pais et accort entre me ditte dame et monsigneur sen fil, liquel y alerent et meditte dame atendi leur revenue, ensi que faire fian-

    (1) en volentet, willens zijnde.

    (2) Graaf Willem III, Tader van Margaretha, was In 1305 ge huwd met Johanna , dochter van Karei van Valois, broeder van koning Philips IV van Frankrijk.

    (3) ensanle, te zamen.

    (4) dejwrtast, dat zij er van afzag.

    (5) car ille lavoit promis et enconvent, zij had het beloofd en bij verdrag bepaald. Verg. hiermede den brief van 22 Juuij 1351 , boven bl. 179 medegedeeld.

    (6) et souffri meditte dame etc. Van deze gezantschapsreis vind , ik bij geenen schrijver gewag gemaakt; men ziet er uit,

    dat de meeste leden van het toen regerende huis of liever van Margaretha's geslacht zich met het bestuur des landt bemoeiden,

    — 238

    cher liavoyent (1) et yaus revenut et entendut cou que raportet eurent de leur relation, medame leur dist, quille ne pooit prendre pais sans le consel, accort et volentet monsigneur le roy, et que ensi promis lavoit. Et ces coses ensi faites medame se parti le plus hastee- ment et priveement que ille peut, afin que plus ne fust destourbee de se voyage pour venir en Engleterre pour prendre sen droit par lordenanche monsigneur le roy.

    Si supplie me ditte dame li contesse a sen tres chier et tres amet signeur et frere monsigneur le roy et a sen consel, que connoistre voellent de sen droit et sur chou ordener et faire brief et hastiuwe fin (2), ensi que apres dieu especial fianche en a ou dit mon signeur le roy et sen consel.

    Margaretha etc. (3). Want wi ghebleven sijn an onsen lieven ende gheminden here ende broeder den conine van Enghelant ende van Vrancrike , van hoghen ende van laghen van allen twien (4) die sijn ende ghe- '\veest hebben tuysschen ons ende onsen hulperen an die een side, ende hertoghe Willem onse soen ende den sinen au die andere side, ende om pais eude ruste

    (1) ensi que — avoient, zoo als zij haar hadden doen beloven.

    (2) hastiuwe fin, een spoedig eind.

    (3) Margaretha etc. De gewone aanhef is hier kortheidshalve weggelaten. Zoover ik weet, is deze brief nog nergens uit gegeven.

    '(4) twien, d. i. twisten. Zie Van Hasselt op Kil., i. v. twist. Zoo in den roman van Reinaert, vs. 4678, sonder twi, dat Willems minder juist door dubbelzinnigheid verklaart. Hiervan heeft men te Utrecht nog eene twystraat, d. i. twist- straat.

    — 234 —

    ende allen taken in beteren stane (1) te brenghen, toe beeft ghewardighet onse lieve here ende broeder den coninc voirseid , an hem te nemen alle saken die roeren ran den twien voirseit, ende in den eersten soe ghenoecht hem, olle castiel, huse ende vesten , die beset sj/'n mit onsen vrienden van onser weghen in onsen lande van Holl.mt ende van Zelant, ende dieghene die dair binnen tiin iof beleghen mochten wesen , te hebbene ende te hondene in sinen handen ende in sire sekere hoede , daix toe hebben wi onsen wille ghedaen ende doen; soe ombieden (2) wi, vermanen ende ghebieden allen on sen vrienden die die vorseide castiel, huyse , ende ves ten , onder hebben van onser weghen iof anders, dat tt ende elc van hem lieden die castiel, huyse, ende vesten , ons liefs heren en broeders des conincs voirseit boden opgheven ende delivreren , in der vorme ende manieren , als sine brieve die hi dair op gheordineert beeft, ende sinen boden voirseid ghegheven , openlic honden , sonder enich ander ghebot dair of van ons te hebben. Want wi weten, dat onse lieve here ende broeder die coninc voirseit hem dair in alsoe wel qui- ten sal, wair bi dat onse staet ende ere , ende onser hulpere , ende oec hertoghe Willem ende den lande dair in bewairt sullen wesen. Ende oec heeft ons onse lieve here ende broeder die coninc voirseit gheloeft, dat van den voirseiden castielen, huysen, ende vesten noch van den ghenen die van sinen weghen dair op wesen sullen, die hertoghe van Brabant, die hertoghe van Gbelre, die grave van Ylaendren onsen neven noch

    (1) stane , toestand , staat.

    (2) ombieden, d. i. ontbieden.

    235 —

    onse verbondene ende heur lande hinder noch icaet hebben en sullen jof het en ware dat men op ons jof op die voirseide huysse yet misdede, ende dair op heeft ons onse lieve here ende broeder die coninc voir« seit sine opene brieve ghegheven (1), die wi tot ons wairt hebben, ende alle dinc sonder arghelist. In or- Conde etc. Ghegheven te Lonnen des dinxdaghes op Sinte Luciendach (2) , int jair M. CCCC een ende vijftich.

    Hier op sende (3) mijn vrouwe hare besloten brief an heren Willem van Duvoirde ende an den here van der Lecke, dat sy thuys op wouden gheven te Sinte Gheerdenberghe ende desghelijcs an heren Florens van der Boechorst (4) omme thuys te Vredelant, ende des ghelijcs an den here van der Lecke omme thuys te Heemskerke.

    Cest le lettre que li roys a donnet a me dame.

    Rex omnibus (5) ad quos etc. salutem , cum imperatrix

    (1) Zie den hier onder volgenden brief van koning: Eduard.

    (2) des dinxdaghes op St.' Luciendach, d. i. den 13den De cember.

    (3) Ifierop sende enz. Deze nederduilsche regels zijn in het HS. met dezelfde hand geschreven, en schijnen dus mede door den schrijver van het overige gesteld te zijn. Verg. de aanteekening (1) bl. 198 , 199.

    (4) Florens van der Boechorst. Een der voornaamste Hoekscbe edelen; in 1342—1351 was hij baljuw van Amstelland en Waterland en raad des hertogs; bij het ontstaan der twisten werd hij door Willem uit eerstgemelde betrekking ontslagen. De Jonge Ferh., bl. 162, 179.

    ,(5) Rex omnibus etc. Dezen brief leest men ook bij Rymer Acta Publ. Angl. T. V. p. 731 , en daaruit bij Van Mieri* II.

    — 236 —

    kerenissima Margaretha Rornanorum imperatrix, «ororii nostra carissima et perdilectus noster Guillelmus dui Bavarie, filius eius illustris, super dissensionibus et debatis (1), inter eos in partibus Hollandiae et Zelan- diae et alibi suscitatis, nostrae ordinationi, dicio et arbitrario sub certa forma se submiserunt, rogantes instanter ut onus submissionis huiusmodi vellemus ad- mittere, et inter eos super reforinatione pacis et con- cordie, prout expedire videremus, salubriter ordinare, hosque ad obviandum dampnis et periculis que ex dis sensionibus et debatis huiusmodi inter ipsos subortis, verisimiliter poterunt pervenire , ae pro honore et com- modo utriusque partis, submissionem huiusmodi ao ceptantes , sub spe felicioris et celerioris expeditionis 'concordie prelibate, ordinavimus , quod obsidiones facte circa castra et fortalicia in dictis partibus iïoliandie et Zelandie, levent et amoveantur, quodque eadem castra tenentes exinde ab bonis suis libere recedant et secure, ac quod dicta castra dilectis et fidelibus nostris Guillel mo Stury et Guillelmo de Burton (2) militibus libenter recipienda et custodienda per eos nomine nostro , qup- nsque super eisdem aliud duximus ordinandum, prout

    805, met geringe afwijkingen. Het onderschrift, anno XXV, slaat op 's konings regering in Engeland. Bij Van Mieris leest men nog de dagteekening, namelijk den lOden De cember.

    (1) deba/is, oneenigheden, débats.

    (2) Guillelmo Slury et Guillelmo de Burton. Deze twee wa ren reeds , met Walter de Manny en Ivo Clynton clericus, den 21 sten October 1350 door koning Eduard benoemd, om een bestand tusschen Margaretha en haren zoon Willem te bewerken, gelijk blijkt uit twee brieven van dien datum bij Van Mieris II. 786, 787. Verg. ald. 795-

    237 —

    in aliis literis nostris inde confectis plenius potuit ap* parere. Vobis tenore presentium intimamus , quod non est intentionis seu voluntatis nostre, quod magnifici viri duces Brabaneie, Gelrie et comes Flandrie , aut gentes ,vel subditi alicuius eorundem seu aliqui alii dictis pax-* tibus Holland ie et Zelandie vicini, per predictos Wil lelmum et Willelmum vel alium ipsorum aut alicuius eorundem nomine, nisi pro ipsorum defensione moles- tentur, turbentur aliqualiter seu graventur, et pro- mittimus in bona fide, quantum in nobis est, quod per ipsos Willelmum et Wrillelmum seu per aliquem in dictis castris ipsorum nomine commorantem, dictis Bóbilibus et «ris , ducibuset cemiti predictis, aut gen- tibus vel subditis alicuius eorundem , seu vicinis aliqni- bus dictarum partium Holland ie et Zelandie dampnnra et molestia seu gravamen durante dicta custodia, nisi ad eomm defensionem aliqualiter inferetur, in cuius rei etc. Datum in palatie nostro apud Westmonaste- rium , Anno XXVto. ,

    Haec est commissie domini regis (t),

    Rex universis ad quos etc. salutem. Sciatis quod cum serenissima Margareta Romanorum imperatrix, so^ roria nostra carissima et illustris Guilldmus dux Bava-- rie, filius eius perdilectus nosteT, super dissensionibus et debatis inter eos in partibus Hollandie et Zelandie et alibi suscitatis , nostrae ordinationi, dicto et arbitrie *ub certa forma se submiserint, cum instancia nos ro- gantes, ut onus submissionis huiusmodi velimus admit- tere et inter eos super reformatione concordie prout

    (1) ffaee ert commissio domini regis. De hier volgende brief is Wede onuitgegeven , doch de inhoud leert ons' weinig nieuw.

    — 238 —

    expedire videremus ordinare. Noi advertentes dissen- siones predictas inter matrem et fiiium presertim tante nobilitatis et potentie nedum dampnosas et pericuJosas fore, set etiam inhonestas, desideramus ex corde pa- cem bonam inter eos facere et super dictis debat/s ad bonorem et commodum utriusque partis, quantum se- cundum deum poterimus, ordinare, et ut melius ia adventu dicti ducis penes nos, qui erit proximo dia dante (1) , possimus Jiiiem buiusuiodi dictis debatis ap- ponere, placeret nobis et virtute dicte submissionis sub spe melioris exitus ordinamus, quod obsidiones facte circa castra seu fortalicia in dictis partibus Hollandia et Zelandie , statim levent et recedant, et quod dicta castra et fortalicia libenter deputando vel deputandis per nos tenenda nostro nomine , quousque quid de eis fieri debeat per nos fuerit ordinatum, prousque quod illi qui iam dicta castra seu fortalicia tenent cum bonis que babent in eisdem , exinde et dictis partibus recedant quo volunt libere et secure, et ad .... (2) petendmn et recipiendum nomine nostro dicta castra vel fortalicia et ea quousque sic ordinatum fuerit vel aliud inde fieri mandamus, retinendum et custodiendum, et alia facir endum que in hac parte fuerint oportuna, dilectos et fideles nostros Willelmum Stury et Willelmum Burton milites coniunctim et divisim deputatos nostros facimus et constituimus speciales, promittentes nos ratum et gra»

    (1) proximo die dante. In het HS. staat pxo, zonder verkor- tingteeken. Deze uitdrukking herinner ik mij niet ergens elders aangetroffen te hebben, doch de zin is duidelijk: d« eerstkomende dag, eerdaags.

    (2) ad Hier was een woord in het handschrift onleef baar.

    — 239 —

    .tum habituros quicquid dicti Willelmum (1) et Willel- nnim vel eorum alterum nostro nomine faciunt vel fe- cerunt in premissis; in cuius etc. Datum in palacio nostro Westmonasteriensi, YI die Novembris.

    Margareta etc. (2). Maken cond allen luden, dat wy bevolen hebben ende bevelen enen hoghen ende mo- ghende man die grave van Wede , heren Aernde hcre van Yselsteyne, onsen lieven zwaghers, heren Willem ran Duvoirde, here van Oesterhout onsen trouwen ca- merlinc , heren Harbert van Rieden (3), en heren Aerst Tan der Horste onsen trouwen ridders ende manne (4) te dadighen ende te tracteren tuysschen ons ende onsen hulperen an die een side, den bisscop ende der stat Tan Utrecht ende heuren hulperen an die andere side Tan vreden ende van zoennen (5) , in manieren ist dat ghevreit worde , dat here Aelmanne onse broeder (6) Trielike wt ende delivreert sy van sire vanghenesse dien Trede durende, ende wort van een zoenne ghesproken, dat hi ledich ende los sy van duswert (7) vanghenesse Toirseit, ende wat by den voirnoemden persoenen in

    (1) Wtllelrtmm — alterum , lees Wilhlmus — alter.

    (2) Margaretha etc. Ook deze brief is, zoover ik weet, nog onuitgegeven.

    (3) Over Willem van Duvenvoorde zie men het vroeger door ons aangeteekende, bl. 133. De graaf van Wede is mij onbe kend. Herbaren van Riede komt in vele brieven van dien tijd voor. Zie Van Mieris II. passim, en hierboven , bl. 113 en 121,

    (4) manne, d. i. leenmannen.

    (5) vreden ende zoenne. Vrede is hier wapenstilstand , zoen volle bevrediging.

    (6) Zie over hem hiervoor bl. 178, 195, alwaar men leest dat hij te Utrecht gevangen zat.

    (7) duswert, waarschijnlijk voor dusdanige.

    — 240 —

    deser saken ghedaen , ghetracteert ende ghedadinct werf, ghemeenlike of bi den vieren jof bi den drien van hen lieden, dat sullen wi vaste ende stade houden, ghelike of wyt selve ghedaen hadden, ende des maken wise aelinghe (1) machtich van onser weghen; mitdesen br/eve beseghelt mit onsen zeghele , ghegheven te Lonnen , des «aturdaghes voir Sinte Thumas dach (2) int jair MCCCC een ende vijftich.

    Origineel op een lange perkamentrol. Schrift van dien tijd.

     
    x
    There are no annotations available for this image!
    The annotation you selected is not linked to a markup element!
    Related to:
    Content:
    Additional Description:
    A click on the button »Show annotation« displays all annotations on the selected charter image. Afterwards you are able to click on single annotations to display their metadata. A click on »Open Image Editor« opens the paleographical editor of the Image Tool.