useridguestuseridguestuseridguestERRORuseridguestuseridguestuseridguestuseridguestuseridguest
Charter: Gedenkstukken Nederlandsche Geschiedenis, ed. Bergh, 1842 (Google data) 17
Signature: 17

The transcription and metadata of this charter are scanned by a OCR tool and thus may have low quality.

Zoom image:
Add bookmark
Edit charter (old editor)
99999999
 
Source Regest: Gedenkstukken tot opheldering der nederlandsche Geschiedenis - opgezameld uit de archiven te rijssek, en op gezag van het gouvernement uitgegeven, Nr. 17, S. 62
 

ed.
Current repository
Gedenkstukken tot opheldering der nederlandsche Geschiedenis - opgezameld uit de archiven te rijssek, en op gezag van het gouvernement uitgegeven, Nr. 17, S. 62

    Graphics: 
    x

    (6) Wilhr. Doys. In 1281 was hij borg van Reinoud; zijne nakomelingen hebben den naam van Byland aangenomen, waaronder zij nog bekend zijn. Zi« Van Spaen, Inl. UI. 400. IV. 74. 340.

    23 —

    sires de Wachtendunck (1) , Thieris voers (1. voecht) de Ruremunde (2), Gerars de Kerreke (3), Henris Karle de fielre (4), Wilhrames de Thigele (5), Henris de Cri- kenbeke (6), Wilhrames de Bruchusen (7), Godefrois

    (1) Am. S. de Wachtend. Komt mede als getuige in den ver- pandingsbrj«f en eenen anderen van denzelfden datum , voor.

    (2) Tkier is voers, lees voeeht, d. i. advocatus; als zoodanig komt bij ook elders voor. Hij werd bij Woeringen gevan gen genomen. Heeiu vs. 6930.

    (3) Gerars de K. Komt in den pandbrief van 1290 als dominus de K. voor. Misschien dezelfde die bij Woeringen gevangen genomen werd, en door Heelu vs, 6930 , Kar Geraert van Kelre genoemd wordt.

    (4) Henris Karle de Gelrt. In eenen anderen brief van dit jaar, beneden, heet hij Henricus de G., filius Karle. Hoe deze den grave Reinoud bestond is onzeker; de naauwkeurige Van Spaen zelf heeft daaromtrent niets kannen opsporen , hoewel hij eenige bijzonderheden (IV. 318) van hem opgeeft. Deze Henric was zelf geen bastaard, want zijn vader wordt genoemd, maar misschien was deze van onechte geboorte. H. komt mede voor in brieven van 1279, 1286 en 1290, maar, hetgeen vreemd is, in plaats van het Geldersche wapen met den dwarsbalk van bastaardij of eenige andere stukken daarin, voert hij in den brief van 9 Aug. 1272, losangé, en chef trois merlettes placées en fasce. Het randschrift heeft: S. Henrici, Militis. (d. i. heer, niet ridder) de Gelten. Was hij dus misschien van een ander geslacht? Zie Bon- dams Charter b., bl. 631.

    (5) W. de Thigele, Van dezen vind ik weinig berigt; hij komt alleen voor in eenen brief van 1279, bij Bondam, bl. 631; anderen van dien naam, zie ald. bl. 574. 602. Thigele ligt in het Overkwartier.

    (6) H. de Crikenbeke. Deze was waarschijnlijk afkomstig uit den huize van Kessel, dat deze heerlijkheid tot op het laatst der 13de of het begin der 14de eeuw bezat. Van Spaen II. 114.

    (7) fF.de Bruchusen, Mede getuige ia den pandbrief van 1290.

    Berch (1) et Gossuins de Wilke (2) chevaliers faisons savoir a tous, ke comme nobles hons nous chiers sires Renaus cuens de Ghelre et dus de Lembourgh , pour le raison dou mariage ki doit estre de lui et de noble damiselle Margherite, fille de noble home mon sig- nor Guion conte de Flandres et marchit de Namur , et de noble dame Ysabel se femme , contesse de Flan dres et de Namur, ait obligiet loiament par foi et par serement lui et ses hoirs et tous ses biens envers le dit conte de Flandres, le dite Margherite se fille et envers les hoirs de celi Margherite , a pluseurs et diver- ses covenanccs et promesses tenir et wardeir ferme- ment et loiament, sens iamais venir encontre, ensi com il est contenu plus plainement es letres (3) dou devant dit conte de Ghelre, saieleies de son saiel, les queles il a sour ce doneies et deliureies au devant dit eonte de Flandres et a se fille devant nomeie , pour li et pour ses hoirs. Nous Walerans sires de Facoumont et li autre deseur nomeit ale prijere et ala requeste dou devant dit conte de Ghelre, nos somes pour lui et pour ses hoirs establit ployes (4) et respondant sour toutes les choses devant dites, envers le devant dit conte de Flandres, envers se dite fille et envers ses hoirs. En teil maniere ke nous avons promis et pro-

    (1) Godefrois Berch. Hij was ridder en slotvoogd van Kessel en komt als zoodanig voor in eenen brief van 1279, bij Bondam Charterb. bl. 634. Dit huis bloeide reeds in de I2e eeuw in het Overkwartier.

    (2) G. de Wïlke. In den brief van Reinoud beneden, heet hij Gossuinus de JFilkerke.

    (3) es letres. Hier wordt gedoeld op de boven aangehaalde hu welijksvoorwaarden. (4) vloyes, d. i. borg.

    — 25 —;

    metons loiament par foi et par serement donne, ke silh avenoit ke li devant dis cuens de Ghelre ou si hoir en aucun tens ne tenoient les covenances (1) et promes ses devant dites plainement et entierement ou alais- sent (2) encontre en tout ou en partie, nous ale re- queste dou dit conte de Flandres ou de la dite Mar- gherite se fille ou de ses hoirs, nous tenriens (3) avoec Ie dite Margherite ou avoec ses hoirs encontre Ie dit conte de Ghelre et ses hoirs fermement et loiament dusques (4) adont ke ce serroit amende plainement et entierement. En tiesmoignage dele queil chose nous avons fait metre nos saiaus a ces presentes letres. Les queles furent faites et donneies lan del Incarnation nostre signor mil. deus eens. quatre vins et sis. El mpis de mai.

    Origineel op perkament met zeventien ze gels , waarvan de zes eerste en het elfde aan roode, de overige aan roode en witte zijden draden hangende.

     
    x
    There are no annotations available for this image!
    The annotation you selected is not linked to a markup element!
    Related to:
    Content:
    Additional Description:
    A click on the button »Show annotation« displays all annotations on the selected charter image. Afterwards you are able to click on single annotations to display their metadata. A click on »Open Image Editor« opens the paleographical editor of the Image Tool.