useridguestuseridguestuseridguestERRORuseridguestuseridguestuseridguestuseridguestuseridguest
Charter: Gedenkstukken Nederlandsche Geschiedenis, ed. Bergh, 1842 (Google data) 124
Signature: 124

The transcription and metadata of this charter are scanned by a OCR tool and thus may have low quality.

Zoom image:
Add bookmark
Edit charter (old editor)
99999999
N°. XCVTII. Gerard van Mercshem, heer van B'er'. gen op Zoom en Steenbergen, draagt deze steden op aan den grave van Vlaanderen (3).
Source Regest: Gedenkstukken tot opheldering der nederlandsche Geschiedenis - opgezameld uit de archiven te rijssek, en op gezag van het gouvernement uitgegeven, Nr. 124, S. 280
 

ed.
Current repository
Gedenkstukken tot opheldering der nederlandsche Geschiedenis - opgezameld uit de archiven te rijssek, en op gezag van het gouvernement uitgegeven, Nr. 124, S. 280

    Graphics: 
    x

    30 December 1355. An alle de ghene die dese presente letteren zullen

    (1) aelinghe, di i. geheel< volkomen. Het woord komt bij Sohrijvers der 17e eeuw voor en vooral ook in oude reg- terlijke stukken.

    ('.') St. Thomasdag kan den 21 en ook den 29 December betee- kenen. Zaturdag Voor dit feest viel in 1351 op den I7den of op den 24sten dier maand.

    (3) Gerard van Mercshem of Mefxem, die in dezen brief zijne steden aan Vlaanderen opdraagt, was gesproten uit den huiza van Wesemaelen. In eenen brief van 22 Mei 1322, bij Van Mieris ?I. 291 , heet hij Gherard van fFesemale, here van Marxchem. Hij was gehuwd met Johanna van Loen , zuster van heer Arnoüd, grave van Loen, en had bij haar eene dochter Machteld, die den 21 sten Julij 1313. huwde aan den oudsten zoon Van Gerard heer van Voorne, burg- grave van Zeeland en zijne vrouw Heylewijf. Zie den brief

    — 241 —

    sien ende horen lesen , ende die nu sijn ende hiernaer wesen zullen, Gheerart van Mercshem here van Ber- ghenupden Zoom ruddere (1), salutende eewelike ken- nesse der waerheit. Weten alle, dat ic bi ende ute goeder vorsienieheden , met ripen rade , om beters ghe- daen te minen groten proffite, ende om arghers te be velne (2), om zekere redenlike zaken mj hiertoe pur- rende (3) , mits zekeren spraken ende vorworden , ghehat tusschen hoghen ende moghenden pi ince, min here Lodewike grave van Vlaenderen , van Nevers ende van Rethel an deene zide, ende mj Gheerurd van Mercs hem here van Berghen vorseid an danjlre zide, vanden welken ik mj houde wel vernoucht eude ghepait, hebbe

    bij Van Mieris II. 135. Hij n.oet in 1355 zeer bejaard geweest zijn , want ik vind hem reeds vermeld in een char ter van 24 April 1290, bij Van Mieris I. 504. »Dat »(goed) es all mijns Heer Geraerts van Wesemale , Heere » van Bergen ," en verder: » die wildert, die leecht te » Schooten ende te Mercxem , dat es mijns Heeren Geraerts » Heere van Bergen." — Zie verder over zijne nakomelingen, Van Mieris II. 583.

    (1) ruddere , een oude vorm voor ridder, die zelden voorkomt; men vindt dien echter meermalen in den roman van Wa- lewein, en in Brabandsche brieven der 14de eeuw, bij Vredius.

    (2) om beters ghedaen — ende om arghers te bevelne. Een» oude kanselarvterm , die ons ook reeds in fransche brieven is voorgekomen, bl. 207 , en daar luidt: pour mienis Jait que laissie. Het woord bevelen (te bevelne in den verbogenen infinitivus) zal dus hier voorkomen moeten beduiden, in welke beteekenis mij dit woord echter, zoover ik mij heritt- ner, noo nooit is voorgekomen.

    13) purrende, d. i jiorrende , noopende, aansj oorende.

    16

    — 242 —

    ghegheven , np ghedreghen, gheconsenteert ende gié« willekeurt, gheve, updraghe, consentere ende wille- keure in purre (1) jonstelicheden, den vorscreven grave van Vlaenderen te sinen bouf (2) ende sins hoirs bouf eewelike ende erflike, mine steden ende slote van Ber- ghen ende van Steenberghen , met allen den moere, lande, wildernessen binnen dijx ende buten dijx, heer- scepien , renten , boeten , vervallen , jurisdictien , erven, cateile (3) ende goede ten vorscreven steden ende sloten toe behorende, in wat manieren dat es, ghelijc ende also verre als dertoe behoort ende behoren mach, inder manieren hiernaej verclarst (4) , dats te wetene. Dat ie Gheerart van Mercshem here van Berghen vorscreven sal behouden alle de steden goet ende heerscap, gheheel, ghelijc boven verclarst staet, al min lijf lanc (5) zonder meer , ende nar min lijf (6) , zy zullen alle keeren

    (1) purre, d.i. pure, zuivere.

    (2) bouf, d. i. behoeve. Deze Bergsche tongval wijkt in vele woor den merkelijk van het toenmalige hotlandsche en vlaamsche taaieigen af.

    (3) cateile, roerend goed; de regtsgeleerde Bottelgier in den Summe ruyrael, C. 180, verklaart het, «roerende endeon- » roerende ende alle 't gheenl dat geen erve en is," dus ook het onroerend goed door bestemming. Men leidt het af van capilale, hoofdgeld der onvrijen.

    (4) verclarst, d. i. verklaard; ofschoon eene taalfout is mij die uitgang bij verscheidene werkwoorden in geschriften der 15de eeuw voorgekomen. Ook vinden wij het nog meerma len in dezen brief herhaald.

    (5) lijf lanc, d. i. leven lang; dat lijf oudtijds deze beteekenis had is te bekend om hier nog bewezen te worden.

    (6) nar min lijf, thans zeggen wij: na mijnen dood; men merke

    op dat nar hier in de beteekenis van post voorkomt, ter-

    — 243 —

    ende sijn des vorscreven graven van Vlaendren ende sins hoirs eewelike ende erflike. — Utegesteken (1) ende behouden, dat ie al.nu tallen tiden dat ie zal willen , sal moghen vercopen jof gheven , wien dat ie zal willen, heffende up ende ute den renten den vorscreven goede ende heerscepe toe behorende, toter sommen van der- tich pont groter tornoisen siaers erfliker renten , al- sulker munten , als men jaerlix van den renten ontfaen zal, darof de grave vorscreven jof sin hoir de achte pont groter tornoisen vorscreven zullen moghen losen tallen tiden dat zy willen , den penninc om tiene pennin- ghe , ende dandre twee en twintich pont groter tornoisen renten vorscreven blivende up de vorscreven renten, heffende denghenen wien jese vercopen zal jof gheven eewelike ende erflike zonder losinghe. Ende voort dat ie minen wille sal moghen doen metten moere , verco- pende, ghevende over (2) dienst, ende delvende (3) redenlike ende zedenlike zonder woestinghe darof te doene ende nar min lyf al de moer, alle de wildernes sen ende lande binnen dijx ende butendijx ligghende ende toebehorende den goede ende heerscepe vorscreven, in wat manieren dat es, zullen bliven ende sijn des vorscreven graven van Vlaendren ende sins hoirs, met ten vorscreven steden, goede ende heerscepen , eeweli ke ende erflike, het ne ware dat ie eenich lant jof wil-

    raen thans beweert, dat men alsdan na moet schrijven en naar altijd secundum , ad moet beteekenen.

    (1) utegesteken, d. i. uitgenomen, uitgezonderd.

    (2) over, dit woord had oudtijds de beteekenis van voor.

    (3) delvende. Het blijkt uit deze woorden , dat men door moe ren , turfveenen verstaan moet, die uitgegraven werden.

    16'

    — 244 —

    dernesse , ligghende bin (1) dijx jof buten dijx, gare te chense jof te renten, om redenliken prijs zonder fraude , erflike jof bi terminen , so es min verstaen, dat dat de vorscreven grave ende sin hoir moesten houden , ghelijc zijt zelve gliedaen hadden , heffende dien chens enxle renten metten anderen goede nar min lijf. Ende wart so dat mijns ghebrake (2), al eer ie tuIco- melike gheweldich worde van den vorscreven steden, heerscepe ende goede al jof zom (3) , so es min verstaen ende wille , dat de vorscreven grave hant sla , gheheel als an sin propre goet ende erve , an al drechte dat ie Gheerart van Mercshem here van Berghen vorscreven hebbe jof hebben mach an de steden ende an al datter toe behoort, ghelijc boven verclart staet , ende dra- ghese al an hem up ende gheve , inder manieren vulco- melike om hem ende sin hoir teeweliken daghen. Voort ghevielt, dat de grave van Ylaendren een:ghe orloghe, jof upset hadde, so hebbic Gheerart van Mercshem here van Berghen vorseit belooft ende belove loyal-

    (1) bin, oud, voor binnen, komt meermalen in brieven en dichtwerken dier eeuw voor.

    (2) dat mijns ghebrake. 'De zin is, naar het mij toeschijnt,

    deze : indien ik kwame te overlijden en de voorwaarden daar door niet nagekomen konden worden ; al eer ie gheweldich worde, d. i. eer ik heer en meester worde , eer ik de rege ring aanvaarde. Uit deze woorden schijnt men te mogen opmaken, dat dit verdrag eene beslissing is geweest van geschillen tusschen de graven van Vlaanderen en dezen Ghe- rard van Merxem, en dat de eersten aanspraak op het bezit van Bergen en Steenbergen gemaakt hadden, maar nu bij deze voorwaarden heer Gerard als bezitter erkenden.

    (3) al jof. zom , d. i. allen of sommigen daarvan.

    — 245 -*

    like , alle sine viande , wie zy sijn jof sijn zouden , té crankene (1) ende te houden over mine viande, so ie meest ende scarpelixt zal moghen , ende den vorscreven grave van Vlaendren sinen hoire ende haren lieden de vorscreven slote van Berghen ende van Steenberghen, ende al min lant vorscreven in baten ende in hulpen van hem te slutene , te ontslutene ende open te doene (2), om hem dermede te ghehelpene tallen tiden dat sijs te doene zullen hebben, min leven lanc, behouden mj te hefféne alle de bladinghen (3) ende proftite inder manieren dat vorscreven es. Dewelke ghii'ten , beloof- ten ende dinghen vorscreven, ik Gheerart van Mercs- hem heere van Berghen vorscreven hebbe ghezuoren ende belooft, zuere ende belove als loyal ruddere, bi mire trauwen ende eere , bi rudderscepe, ende up te verbeurne jeghen den vorscreven grave ende sin hoir al min goet, wat goede het zy , waer ende onder wien dat gheleghen es, om mj ende min hoir wel ende loy- allike te hondene ende te doen vulcomene ende den vorscreven grave, jof sin hoir, tallen tiden dat zy zullen willen, tallen den vorscreven steden, sloten , heerscepe ende goede te doene ende derin te ervene en doen ervene wel ende wettelike , te sinen bouf ende

    (1) te crankene, krenken of kranken is beschadigen.

    (2) te slutene, te ontslutene, enz. Hij belooft hier zijne sloten en steden tot opene huizen der graven van Vlaanderen te zullen houden , d. i. daarin dezen en hunne krijgsbenden op hunne begeerte te zuilen innemen en die voor hunne vijan den te sluiten. ..

    (3) hladinghen , d. i. jaarlijksche opbrengst, vruchten. Zie Van Hasselt op Kiliaen i. v.; dus genoemd, omdat het even als de bladeren jaarlijks uit het kapitaal voortspruit.

    — 246 —

    •ins hoirs eewelike ende erflike, ghelijc rorseit es, bidde ende verzouke met groter nerensten (1) van her ten minen lieven heeren hertoghen van Brabant diet nu es jof hiernaer wesen zullen , dat zy den vorscreren grave van Vlaenderen ten vorscreven ghiften ende diu- ghen ontfaen, ende die loven, willekeuren ende ap- prouveren end heui te wanne (2) ontfaen van den ste den , sloten, lande, heerscepe ende goede vorscreven, tallen tiden dat de vorscreven grave jof sin hoir verzou- ken zullen, om hem clerof te ghebrukene ende te pos- sesserne eewelike ende erflike inder manieren vorscre ven; ende omdat ie Gheerart van Mercshem heere van Berghen vorscreven , wille dat al de dinghen vorscre ven sijn ende bliven wel ende vaste ghehouden tee- weliken daghen zonder verbreken in eenigher manie ren , so hebbic of ghegaen ende renonchiert, ga of ende renonchiere over mj ende min hoir bi mire trau wen ende eede ende up de verbeuringhe vorscreven teeweliken daghen , tallen scampe (3) ende bedrieghe, tallen hulpen , lettren , jof vryheden , van allen heeren, lande ende steden , ende tallen zaken gheheellike die mj of minen hoire in general jof in speciale derin hulpe jof stade doen mochten, om in eenich point jeghen de vorscreven dinghen te gane, jof den vorscreven grave ende sinen hoire in staden commen mochtejof in deren. In orconscepen ende eweliker ghedinkenessen van allen den vorscreven dinghen , so hebbic Gheerart van Mercs hem heere van Berghen vorscreven dese presente lettren bezeghelt met minen propren zeghele den welken ie

    (1) nerens/en , d. i. ernst, vandaar ons naarstig.

    (2) te manne, tot leenman.

    (3) tcat/ij/e, benadeeling.

    — 247 —

    nsere endemeene te nserne (1); ghegheven den dertich, «ten dach van December int jaer ons Heeren als men screef fin incarsacioen , dusentich driehondert vive ende vijftien.

    Origineel op perkament met een klein zegel in groen was , aan groene zijden koorden.

     
    x
    There are no annotations available for this image!
    The annotation you selected is not linked to a markup element!
    Related to:
    Content:
    Additional Description:
    A click on the button »Show annotation« displays all annotations on the selected charter image. Afterwards you are able to click on single annotations to display their metadata. A click on »Open Image Editor« opens the paleographical editor of the Image Tool.