23 Januarij 1434.

Phillips bekent, van Amstelredamontvangen te heb ben twee duizend Hollandsche schilden, en verklaart,

daarmede voldaan te zijn ter zake van de boete, aan de poorters dezer stad door de heemraden van Rijnlant opgelegd, omdat zij een' dijk gemaakt en den dam aan het einde van den Heyligen Wech doorgestoken hadden.

Brief op perkament met het zegel van den hertog in rood was, aan den rand beschadigd, hangende aan een' dubbelen fransijnen staart. Lade 11.

1434.

Wij Katherina van Cleve ende van der Marcke, enz. Gegeven in den jaere ons Heren dusent vierhondert vier ende dertich i.

Katherina van Cleve verklaart, aan Henrich van Bors- selen, heer van der Veer, van Sandenborgh ende van Vlissingen, verkocht te hebben het huis te Schoten, bij Hairlem gelegen, en buitendien de dorpen Sloten Oistorp en Aemstelreveen met al hun toebehooren, bekennende, hiervoor wel voldaan te zijn.

Getuige is haar broeder Adolph, hertog van Cleve

en graaf van der Marcke.

Brief op perkament met de zegels van Adolph en Katharina van Cleve in rood was, hangende aan dubbele fransijnen staarten. Lade 30.

Handvesten van Amsterdam, bl. 301.

1 Deze brief moet kort vóór dien, welke bij van mieris, Groot Charterboek, deel IV, bl. 1053, voorkomt, en geteekend is 10 Octo- ber 1434, gegeven zijn.

6°