useridguestuseridguestuseridguestERRORuseridguestuseridguestuseridguestuseridguestuseridguest
Charter: Scheltema, Pieter: Het archief der ijzeren kapel in de oude of Sint Nikolaas kerk te Amsterdam, 1850 (Google data) 187
Signature: 187

The transcription and metadata of this charter are scanned by a OCR tool and thus may have low quality.

Zoom image:
Add bookmark
Edit charter (old editor)
16 Augustus 1559.
Philips bijder gracie Gods coninck van Castil- lien, enz. Gegeven in onse stadt van Ghendt, den xvien dach van Augusto, int jaer ons Heeren duysent vijffhondert ende negenenvijff- tich, van onsen rijcken, te wetene van Spaen- gnyen 't me, ende van Napels 'f vie. Onder aan het blad staat: Bij den coninck, den heere van Hachicourt, hooft, heeren, Pieter Boisot, tre- sorier generael, Joes de Damhoudere, ridders, ende Aelbrecht van Loo, gecommitteerde van de financien, ende anderen jegenwoirdich.
Source Regest: Het Archief der Ijzeren Kapel in de Oude Of Sint Nikolaas Kerk Te Amsterdam, Nr. 187, S. 214
 

ed.
Current repository
Het Archief der Ijzeren Kapel in de Oude Of Sint Nikolaas Kerk Te Amsterdam, Nr. 187, S. 214

    Graphics: 
    x

    16 Augustus 1559.

    Philips verkoopt aan Aemsterdamme het regt van de gruyten voor vier duizend en vijf honderd ponden, welk regt de stad van hem reeds in pacht had, zijnde een negenmanneken oft deutgen op elk vat bier, dat hier gebrouwen werd, waarvoor zij jaarlijks vijf en zeventig ponden had betaald. Ten einde men des te beter de geheele som in gereede penningen zou kunnen opbrengen, wordt door den koning oc trooi verleend, om lijf-renten te verkoopen, den penning negen of hooger, en los-renten den pen ning zestien of daarboven, tot het geheele be drag toe.

    Onder aan het blad staat: Bij den coninck, den heere van Hachicourt, hooft, heeren, Pieter Boisot, tre- sorier generael, Joes de Damhoudere, ridders, ende

    Aelbrecht van Loo, gecommitteerde van de financien, ende anderen jegenwoirdich.

    Brief op perkament met het zegel en tegenzegel van den koning in rood was, hangende aan een' dubbelen fransijnen staart. Lade 9. Handvesten van Amsterdam, bl. 185.

    24 Januarij 1560.

    Ghesien in den secreten raede des conincx se- kere articlen, enz. Ghedaen te Bruessele, den XXiiiien dach van Januario, XV0 negenen- vichtich.

    Philips maakt voor Amstelredam eenige beschik kingen ten opzigte der justitie. Tot bekorting van de menigvuldige zaken en processen, dagelijks in de stad voorkomende, beveelt hij, dat voortaan, in plaats van zeven, negen schepenen zullen benoemd worden, te kiezen uit eene nominatie van achttien personen. Voorts wordt nog onder andere bepalingen door hem vastgesteld, dat, bij de behandeling der zaken van den schout, altijd een burgemeester zal aanwezig zijn, de schepenen twee aan twee de vierschaar moeten waarnemen, en de gevangenen door twee schepenen op eene afgezonderde plaats zullen ondervraagd worden.

    Brief op perkament zonder zegel, doch geteekend door de la Torre. Lade 1.

    Handvesten van Amsterdam, bl. 109. Dapper, Hist. Be- schr. van Amsterdam, bl. 479. Commelin, Beschr. van Am sterdam, bl. 765.

    19 Februarij 1560.

    In der saecke, Iiangende voor den hove van Hol- landt, enz. Den xixen Februarij, anno xvc negen ende vijftien, nair stijle van den voorsz. hove.

    Het hof van Hollandt doet uitspraak in een ge schil tusschen burgemeesteren met schepenen ter eene, en den schout van Amsterdamme ter andere zijde, aan gaande de benoeming van taelluyden (procureurs), dienende voor de vierschaar der stad, en bepaalt, dat de schout met de burgemeesteren de taelluyden zullen aanstellen. Voorts beveelt het hof, dat alle taelluyden, op dat oogenblik in junctie zijnde, van hun ambt zullen worden ontzet, om echter terstond weder door schout en burgemeesteren tot de uitoefe ning van hunne bediening toegelaten te worden, mits zij bereid waren den gevorderden eed af te leggen. Tot dit geschil had aanleiding gegeven de eigendunkelijke handelwijze van den schout, die op eigen gezag schepenen aangenomen en beëedigd had.

    De uitspraak is gedaan door de raadslieden van den hove van HoUandt, meester Cornelis Suys, heere van Rijswijck, heere Guillayn Zeeghers, heere van Was- senhoven, ridder, meesters, Mairten van Nair den, Aer- noult Sasbout, Dammas van Drogendijck, Quintijn Weydtsen, Aernoult Nicolay, Boudewijn Jacobsz., Jo- han Angeli ende Jacob van der Mersche.

    Brief op perkament met het zegel Tan het hof van HoUandt in rood was, hangende aan een' dubbelen fransij- nen staart. Lade 1. Handvesten van Amsterdam, bl. 028.

    18 Mei 1560.

    Heynrick heer tot Brederode, vrijheer tot Vya- nen, enz. Gegeven tot Vyanen, opten XVmen May, anno XVe tzestich.

    Heynrick van Brederode geeft volmagt aan zijnen rentmeester Ysbrant van Sparnwoude, om van zijnent wege transport te doen van zekere renten, bedragende 's jaars eene som van vijf honderd en zestig guldens, welke de stad Aemstelredamme, blijkens een'brief van zes en twintig April 1532, hem schuldig was voor den verkoop der heerlijkheid van Aemstelreveen.

    Brief op papier, door Brederode getee- kend en voorzien van zijn zegel in rood was, gedekt door eene papie ren ruit. Lade 31. SChej.tf.ma, Hendrik van Brederode te Amsterdam in 1567, bl. 100.

    22 Mei 1560.

    Wij Pieter Pietersz. ende Anthonis van Houff, schepenen in Aemstelredamme, enz. Gegeven op den twee ende tieintichsten May, int jaer ons Heeren duysent vijffhondert ende tzestich.

    Ysbrant van Sparwoude, rentmeester des heeren van Brederode, doet, als daartoe door zijnen mees ter bij den voorgaanden brief gemagtigd, voor Pieter Pietersz. en Anthonis van Houff, schepenen der stad Amstelredamme, opdragt van eene jaarlijksche rente, bedragende vijf honderd en zestig guldens, af te los sen met eene som van twaalf duizend drie honderd en twintig guldens.

    Brief op perkament met de zegels der twee genoemde schepenen in groen was, hangende aan dubbele fransij- nen staarten. Lade 31.

    SCheltema, Hendrik van Brederode, bl. 100—103.

    22 Julij 1560.

    Wir Friderich der ander von Gottes gnaden zu Dennemarck, Norwegen, der Wenden und Gotthen konnig, etc. Gegeben und geschriben in unszer stadt Odensche, den zwey und zwain- tzigsten Julij, anno XV° und in dem sechzigste?i.

    Friderich, de tweede koning van dien naam, be vestigt volgens begeerte der burgemeesteren van Am- stelredam, hem te kennen gegeven door hunnen ge zant en secretaris Didrich Wolttersz., al de privile giën, welke zijn vader, Christian de derde, en de vorige koningen van Dennemarck en Norwegen aan deze stad geschonken hadden. Hij bewilligt hierin, ter eere van koning Philips en op verzoek van vrouwe Margarita, regentes dezer landen.

    Brief op perkament, eigenhandig door den koning geteekend en voorzien van zijn zegel in rood was, han gende aan een' dubbelen fransijneu staart. Lade 41.

    Handvesten van Amsterdam, bl. 59. Dapper, Hist. Beschr. van Amsterdam, bl. 150; op welke beide plaatsen eene Ne- derduitsche overzetting gevonden wordt.

    13 November 1560.

    Nos Maximilianua de Bergis, Dei gratia epi- scopus et dux Cameracensis, etc. Datum et actitm Bruxellis Brabantiae, anno millesimo quingentesimo sexagesimo, mensis Novembris die decimo tertio.

    Wir Ferdinand von Gottes gnaden erwelter Ro- mischer kayser, etc. Geben in unser stadt Wïen, am letzten tag des monats Aprilis, nach Christi unsers lieben Herren geburt funf- zehenhundert und im sechtzigisten.

    Wir Karl der junft von Gottes gnaden Romi- scher kayser, etc. Geben in unser stadt Brussel inBrabandt, am vierzehenden tag des monats Aprilis, nach Christi unsers lieben Herren geburt funfzehenhundert und im funffzigisten.

    De aartsbisschop van Kamerijk, Maximilianus de Bergis, verklaart gezien en gelezen te hebben een' open brief van keizer Ferdinand, waarin deze beves tigt het privilegie, door keizer Karel den Vijfde ge geven aan de Nederlanders, dat zij bevrijd zullen blij ven van verhooging der oude tollen op den Rijn, en niet bezwaard worden met nieuwe of andere lasten in het Duitsche rijk. Hij geeft alzoo, ter getuigenisse der waarheid, vidimus van dezen brief, met verklaring, dat hij dien, even als het zegel, ongeschonden heeft bevonden.

    Brief op perkament, door den aartsbis schop geteekend en voorzien van zijn zegel en tegenzegel in rood was, hebbende gehangen aan twee zwarte zijden koorden, welke van het stuk zijn afgebroken. Lade !).

    Handvesten van Amsterdam, bl. 131; men vindt hier alleen de confirmatie van Ferdinand op den brief van Karel, in het Nederduitsch overgebragt.

     
    x
    There are no annotations available for this image!
    The annotation you selected is not linked to a markup element!
    Related to:
    Content:
    Additional Description:
    A click on the button »Show annotation« displays all annotations on the selected charter image. Afterwards you are able to click on single annotations to display their metadata. A click on »Open Image Editor« opens the paleographical editor of the Image Tool.