2 December 1573.

Philips geeft octrooi aan die van Aemstelredamme, om de vrijheid der stad vier honderd roeden, ieder

i

van dertien voeten, buiten het oude regtsgebied uit te breiden, met vergunning aan schepenen, hunne bediening binnen dien kring uit te oefe nen. Ook staat hij toe, dat alle civiele vonnissen, door den magistraat der stad geveld, die bij eind vonnis herstelbaar waren, zouden worden ten uit voer gelegd, onaangezien eenige tegenkanting of appèl, mits er altijd goede borg gesteld werd. Ein delijk verklaart hij geene kwijtschelding of uitstel van betaling te zullen verleenen aan eenige weder- spannige steden of dorpen, ten nadeele der burgers van Aemstelredamme, dan met hunne voorkennis en goedkeuring. Daarbij weidt de koning breedvoerig uit over de tijdsomstandigheden, inzonderheid gewa gende van de aanmerkelijk schade, die de stad, door voortdurend aan hem getrouw te blijven, geleden had; uit aanmerking van welke nadeelen hij, met inwil liging van dit rekwest, door de burgemeesters van Aemstelredamme hem aangeboden, aan de kwijnende welvaart der stad eenige ondersteuning en opbeuring wilde schenken.

Brief op perkament met het zegel en tegenzegel van den koning in rood was, hangende aan een' dubbelen fransijnen staart. Lade 33.

Wagenaar, Amsterdam, deel I, bl. 339, met eene Neder- duitsche overzetting.