Voor Adam Quirinarius voogd en schepenen van Sittard verklaart Severin Theissen dat hij van Wilhelm Sgroten een bedrag van honderd Albertiner rijksdaalder heeft geleend tegen een jaarlijkse rente van 6 Bourgondische of Albertiner rijksdaalder en het vierde deel daarvan, te betalen jaarlijks op 9 juni in een huis dat Wilhelm Sgroten, zijn erven of degene die dit charter in bezit heeft zullen aanwijzen, waarbij Theissen als onderpand heeft gesteld zijn huis, hof en een weide, groot ongeveer een sil en gelegen te Munstergeleen met aan de ene zijde huis, hof en weide van Peter Reichardts en aan de andere zijde de schuur en moeshof van Meriken Winen en grenzende aan een kant aan de 'gemeiner strass' en aan de andere kant aan de moeshof van Theissen Hennen, en een weide, groot ongeveer een sil en gelegen te Munstergeleen met aan de ene zijde de landweer en aan de andere zijde 'die gemeinen strass, die Stege genandt' en grenzende aan een kant de weide van Theissen en aan de andere kant aan de weide van Johan Hanen. Met dorsale aantekening inzake de aflossing d.d. 2 juli 1633.  

Language: Duits