Codex Diplomaticus Neerlandicus - Verzamling van Oorkonden, Betrekkelijk de vaderlandsche Geschiednis., Nr. 75, S. 133
Codex Diplomaticus Neerlandicus - Verzamling van Oorkonden, Betrekkelijk de vaderlandsche Geschiednis., Nr. 75, S. 133
Jan, bider gracien Gods hertoge van Lothr., van Brabant ende van Lymborch, maregreue des Heilichs Eijes, greue van He- negouwe, van Hollant, van Zeelant ende heer van Vrieslant, doen cont allen luden , dat wij beuolen ende gemechticht heb ben , beuelen ende mechtigen mit desen brieue onsen getruwen rade ende tresorier van Hollant, heren Florens van Borssel,
126
beer van Zulen ende van sente Mertensdijck, van onsen wegen op te bueren ende te ontfaen oueral in onsen landen van Hol- lant, van Zeelant ende van Vrieslant allet dat men ons van onse renten, beden ende van anders allen onsen goeden sculdich is, dair die dage af voirleden sijn, dair hi ons goede rekeninge ende bewisinge af doen sal. Ende ontbieden ende beuelen allen onsen luden, dieneren ende ondersaten (overal) in onsen landen van Hollant, van Zeelant ende van Vrieslant
voirs. geseten, ende elken bisonder, dair aen dat ons tvoirs
dat si dat vutreiken onsen getruwen tresorier voirs., ende wes si hem dair af geuen (daar zal hij hen van kwijten) gelijc of wijt selue deden, ende dat sal ons goede betalinge wesen. Jn (oorkonde den brief, waar wij ons) segel aen hebben doen
hangen. Gegeuen to sente int jaer ons Heren m. ccc.
ende twintich.
Het zegel verloren.
Codex Diplomaticus Neerlandicus II, 1848 (Google data) 75, in: Monasterium.net, URL </mom/CodexDiplomaticusNeerlandicusII/0706ac74-4bf3-4e81-8690-a992678e5b91/charter>, accessed at 2024-12-22+01:00
The Charter already exists in the choosen Collection
Please wait copying Charter, dialog will close at success