useridguestuseridguestuseridguestERRORuseridguestuseridguestuseridguestuseridguestuseridguest
Charter: Codex Diplomaticus Neerlandicus II, 1848 (Google data) 85
Signature: 85

The transcription and metadata of this charter are scanned by a OCR tool and thus may have low quality.

Zoom image:
Add bookmark
Edit charter (old editor)
99999999
Get. Jacob van Beyeren ete. 94. Willem van Loon, graaf van Blankenheim, bekent ontvangen te hebben van Arnold, liertog van Gelder, 60 oude schil den hem jaarlijhs toekomende nit den toi te Lobith. 1430. Maart 5. Jch Wilhelm van Loyn, greue zo Blanckenheim, doen kunt
Source Regest: 
Codex Diplomaticus Neerlandicus - Verzamling van Oorkonden, Betrekkelijk de vaderlandsche Geschiednis., Nr. 85, S. 147
 

ed.
Current repository
Codex Diplomaticus Neerlandicus - Verzamling van Oorkonden, Betrekkelijk de vaderlandsche Geschiednis., Nr. 85, S. 147

    Graphics: 
    x

    (*) Deze brief berust in net archief van Jhr. Beeldsnijder van Voshol te Utrecht.

    140

    vnd bekennen, dat ich ungenauen vnd jntpbangen hain van deme hoegeboeren fursten vnd heren hertzougen Arnolt, hert- zougen van Gelre ind van Gulche jnd greue zot Zutphen, myn genedigen lienen heren, alsulche seszich alde schilde as mir jaira zo manlehen van synen genaden sr.hynende syn jnd an deme tolle zo Lobede bewist syn, zo heuen alle jair uff sent Peters dach ad Cathedram; jnd schelden der vmb den egenten mynen genedigen lieuen heren, syner genaden tolner zo Lobede jnd vort alle ander, die desser quitancien bedorffende syn, der vurs. ses zich alde schilde (vry) ledich jnd quijt van desser eine jaer ind van allen anderen vurledigen jaeren bijs uff dessen hudigen dagh (met) desser quijtancien, jnd hain des zo vrkunden myn jnge sigel an desse quijtaucien doen hangen vur mich ind mynen eruen jnt jaer vnsses Heren dusent vierhundert ind dryszich jaer uff den eirsten zondach jnder Vasten Jnvocauit. Het zegel verloren.

    95. Johan van Egmond beleent Meyne van Heemskerk, ge- malin van Gijsbert van Vianen, na doode van Gerrit van Heemskerk, haar vader, met de hqfstede ter Woer- de, gelegen in het ambacht van Naaldwijk. 1430. Aug. 7. Johan, here tEgmond ete., doen kondt: Want her Gerit van Heemskerck onse neue voirtijts ons op gedragen heeft die hoff- stede ter Woirde mitter tymmeringe, die daer op stont, ende mit allen den lande daer to behorende, soe groct ende cleyn als dat gelegen is inden ambocht van Naeldwijck, die wij hem verlijt hebben ten onuersterffliken lene, mit sulker worwerden, off hij sonder echte gebuert storue, dat dan dat selue goedt komen soude vp Wouter van Heemskerck, sinen brueder, te houden van ons ende onsen nacomelingen, heren tot Yselstein, te ver- heergewaden mit enen roeden sperwer: soe is nv voir ons ge- komen joffrouwe Meyne van Heemskerck, her Gerits dochter voirscr., mit Gijsbert van Vyanen, onsen neue, horen rechten man ende voecht, ons biddende hem te willen ghunnen, dat sij dese voirscr. goede houden mechten van onser hoffstede van Eg mond in allen schijne , als her Gerit hoir vader, die vander

    141

    hofstede van Tselstein te houden plach; des wij ter beden onss neuen ende onser nychten hem ghegundt ende gherne gedaen hebben, behoudelicken Splinter van Heemskerck her Gerits brueder voirscr. sijn tocht anden voirscr. hoff ende goeds , sonder argelist. Hier waren aen ende ouer onse manne Florens van Alemade, Florens Symons soen ende anders vele goeder lude. Des wij toirkonde onsen segel hier aen hebben doen hangen des seuenden dages in Augusto jnt jaeren onss Heren dusent vierhondert ende dartich.

    Hct zegel in btuin was, bijna gaaf. 96. Daniel van Boucliout verklaart voldaan te zijn door Frank van Borselen van hei vierdedeel van 137Agenden Bourg. Schilden, zijner vrouw toekomende uit de nalatenschap van Philips van Borselen. 1438. Mei 8. Daneel van Bouchout, here van Diepensteyn ende van Cu- telgem, doen cont allen luden , dat jc ontfangen hebbe van heer Vranck van Borssel, graue van Oesteruant, here van Voirne, van Zulen ende van sente Mertensdijck, een vierendeel van derthienhondert vierentseuentich gouden Bourgoensche scilden, die hij den gemeynen erfgenamen van her Philips van Borssel, zaliger gedenckenissen, sculdich was, gelijc den brief, dien hij, her Floreys vanden Abele ende Floreys vaa Borssel dair af bezegelt hebben, dat jnhoudt, dair af my dat voirs. vierendeel van mijnre Heuer gesellinnen wegen an comt, dat jc ontfangen hebbe bij banden Jan Eynocx ende beliep driehondert drie ende viertich ende enen haluen Phus. Bourgoen. scilden, so dat jc her Vranck ende allen anderen, dier quitancie of behoe- uen, voer my ende minen eruen van minen andeel ende vieren deel voiiser. clairlie quijt scelde ende geloue him nummermeer meer ansprake van minen deel, dat jc oft mijn gesellinne aen dien brief hebben, te doen oft te laten gescien jn eniger ma nieren. Jn orconden mijns segels hier aen desen brief gehangen, jnt jair onss Heren dusent vierhondert ende acht ende dertich opden achsten dach van Mey. Het zegel verloren.

    142

    97. Vidimus van een brief (1425 Aug. 13), toaarbij Philips van Bourgondië aan de edelen, ridderschap en sieden van Holland, Zeeland en Friesland, die hem hidden zouden , belooft alle schulden van hertog Jan van Bra bant en hertog Jan van Beijeren te betalen. 1440. Mei SI. Wij Pieter vanden Damme, bijder gehengenisse Goids abt van Onser Vrouwen cloester jn Middelburch, der oirden van Premonstreit, des gestichtz van Vtrechtz, doen condt allen laden, dat wij opten dach van nuden gezien, gehandelt, ge- lezen ende geexamineert hebben enen brieff, gantz gaue sonder eniger rasure, waell bezegelt jn roden wasse mitten zegell des hoogeboren ende vermogenden vorst des hertoge van Bour- gon., greue van Viaendren etc., jnhoudende van woirde te woirde, gelijc hierna volgt ende gescreuen staet:

    Philips, hertoge van Bourgon., greue van Viaendren, van Arthois ende van Bourgon. , palatijn, beer van Salins ende van Mechelen, doen condt allen luden, dat wij geloeft hebben ende gelouen mit desen brieue onsen lieuen getrouwen ende gemynden baenridsen, ridderen, knapen, poirteren ende onderzaten der lande van Hollant, van Zeelant ende van Vrieslant, die ons willichlic hnlden zullen, dat wij him ende enen ygelicken bijsonder betalen sullen alle bekende ende wit- tachtige sculde, die onse lieue neue hertoge Johan van Bra bant ende onse lieue oem hertoge Johan van Beyeren, zaliger gedachten, sculdich geweest mogen hebben in brieuen off dair buten, die wt cause vanden voirn. landen roeren mogen, ende oick mede tgebreck vanden tnegentich duysent cronen, des dair noch off ombetaelt is, die onse voirs. neue van Brabant sculdich was onsen lieuen ende gemynden Jacob van Gaesbeke etc., Hubert, heer tot Culenburch, heren Florens van Borssell, heer Aernt van Leyenburch ende heren Gherijt van Heems- kerke, ende die zelue onse lieue neue van Brabant, den voirn. bewijst hadde opte bueren ende te ontfaen an onsen lieuen oom hertoge Johan voira., welke sculden voirs. wij him gelouen te betalen vanden renten , veruallen, forfaiten,

    143

    opcommingen ende beden, die ons jnden voirs. landen ver- schinen zullen, binnen ses jaeren nair datum des briefz, off zulke bewijsingen dair off te doen, dat sijt binnen dier tijt bueren zullen; ende off hier binnen de renten, veruallen, op commingen ende beden voirs. niet en vermochten volcomelic te betalen de voirs. sculden, so zullen wij se voirt bewijsen an die eerste toecomende renten, beden ende veruallen, die daer nair verschijnen zullen jnden zeluen landen, ende zullen enen ygelicke bijsonder brieue geuen van hoeren sculden, die men him sculdich is, alse verre voirt als dies bij goeden reke- ningen duechdelic blijcken zall, alle argelist wtgesceyden. Des toirkonden so hebben wij dese brieue bezegelt mit onsen zegell. Gegeuen jn onse stadt te Denremonde, den dertien dage in Augusto, jnt jair ons Heren m. vierhondert viue ende twintich. Ende want wij Pieter vanden Damme, abdt voirscr., den zeluen brieff gezien, gehandelt, gelezen ende gheexamineert hebben jnder vormen ende manieren als hier voren gescreuen staet, so hebben wij des toirkonde desen brieff bezegelt mit onsen zegell, hier an gehangen , in vorme van vidimus , opten laetsten dach van Meye, jnt jair ons Heren m. vierhondert ende veertich. Het zcgel verloren.

     
    x
    There are no annotations available for this image!
    The annotation you selected is not linked to a markup element!
    Related to:
    Content:
    Additional Description:
    A click on the button »Show annotation« displays all annotations on the selected charter image. Afterwards you are able to click on single annotations to display their metadata. A click on »Open Image Editor« opens the paleographical editor of the Image Tool.