Codex Diplomaticus Neerlandicus - Verzamling van Oorkonden, Betrekkelijk de vaderlandsche Geschiednis., Nr. 61, S. 113
Codex Diplomaticus Neerlandicus - Verzamling van Oorkonden, Betrekkelijk de vaderlandsche Geschiednis., Nr. 61, S. 113
Aelbrecht, bi Goids genaden palensgraue opten Kijn, hertoge in Beyeren, graue van Heneg., van Hollant, van Zeelant ende heer van Vrieslant, doen cond allen luden, dat wij be- uolen hebben ende beuelen mit desen brieue onsen lieuen ende getrouwen heren Dire van Borselen, heer van Zulen, onse rentemeesterscip van Bewesterscelt in Zeelant mit allen horen toebehoeren te bedriuen ende te bewaren tot onser eren ende ons ende ons lands orbair, ende gheuen Ыш macht onse ren ten, onse beden, besterften, verbuernisse ende anders goede ende veruallen, die aen ons comen binnen sinen bedriue, te ynnen ende te ontfaen tot allen tiden als sij verschinen, onse molen, gorshuer buten dijck, verstoruen ambochte, tiende ende anders goede te vercopen, te verheeren, als gewoenlic is, tot onser meester orbair, als te doen is; voirt soe beuelen wij him onse zcevonden te bewaren, als custumelic is, ende jn allen manieren als ander rentemeesters voirtijts gedaen hebben. Ende van dese rentemeesterscip voirscr. te bedriuen, sal hi hebben voir sijn wedden tsiaers alsoe vele als ander rentemeesters voirtijts gehat hebben, ende hier om en sal hi ons ghenen cost rekenen van reysen binnen sinen bedriue; ende soe wanneer wyne bi ons ombieden te comen, of dat hi ergent bi onsen beuelen
106
of in onsen orbair reyset buten sinen bedriuc, soo sal hi beb- ben ende ons rekenen voir sinen cost elkes dages vier scellin- gen grote; ende hi sal betalen van onser wegen ende vanden onsen jairlix, so wes dat bewijst is van onsen ouders ende van ons wt onsen goede te gaen, het sij erfrenten of lijfren- ten, alsoe dat bi sijnre versumenisse ons ghenen schade dair of en geschie, jn alre manieren als costumelic ende gewoenlic geweest heeft bi onse rentemeesters, die voirtijts geweest hebben. Ende sûnderlinge sal hi betalen alle iare alsulke lijfrenten, als wij tot Bruesel sculdich sijn ende op onse rentcmeesterscip voirs. geset sijn, tot sulken terminen als dair toe staen; ende wair dat sake, dat hi des niet en dede ende ons dair cost of schade op quame, dien soude hi selue gelden sonder ons dien te rekenen; ende hier of sal hi ons of den ghenen, dien wijt beuelen sullen, goede rekeninge doen tot allen tiden als hijs van ons of van onser wegen vermaent wort. Ende ombieden ende gebicden allen onsen goeden luden, ridderen, knapen, steden, edelen ende onedelen, ende anders him allen gemeen- liken, die in ons rentemeesters voirscr. bedriue geseten sijn, ende elken bisonder, dat sij onsen rentcmecster voirn. onder- danich, gehorich, gehulpich ende bistandich sijn ende helpen ende starcken in allen onsen saken geliken ons seluen tot allen tiden, als hijs te doen heeft ende sijs van him vermaent wor den. Ende so wie him in onsen dienste erghent hinder of stoot dede mit rade of mit dade, dat souden wij aen him hou- den als aen den genen, die ons van onser heerlicheit vermin deren woude. Dit sal gedueren tot onsen wederseggen. Ende wij gelouen heren Dire voirs. wt desen voirscr. dienste niet te setten noch te laten setten, wij en sullen him eerst voldaen ende al betailt hebben, soe wes hi ons mit bescheidenre reke ninge bewisen mach, dat wij him sculdich sullen bliuen opten dienste voirscr. Jn oirconden desen brieue besegelt mit onsen segele. Gegeuen jnden Hago opten vijfsten dach in Meye jnt jaer ons Heren dusent vierhondert cude drie. Het zegel verloren.
107
Codex Diplomaticus Neerlandicus II, 1848 (Google data) 61, in: Monasterium.net, URL </mom/CodexDiplomaticusNeerlandicusII/7f7ebee1-09df-4fa8-83e5-66af54c23ed9/charter>, accessed at 2024-12-22+01:00
The Charter already exists in the choosen Collection
Please wait copying Charter, dialog will close at success