Gedenkstukken tot opheldering der nederlandsche Geschiedenis - opgezameld uit de archiven te rijssek, en op gezag van het gouvernement uitgegeven, Nr. 122, S. 269
(1) et medame — a Sirixee. Het blijkt uit brieven aldaar ge geven , bij Van Mieris II. 797—799, dat zij zich ten minste van den 24sten tot den 30sten Junij aldaar opgehouden heeft. Wat Willem betreft, wij vinden hem nog den 24sten Junij te Delft, en den 30sten Augustus te Middelburg (Van Mie ris II. 797 en 801) , doch uit het vervolg van ons verhaal blijkt, dat hij reeds vroeger in Zeeland moet gekomen zijn.
(2) .Estievene Mauleon. Een Henegouwsch edelman , zeer in gunst bij Margaretha. Zie bl. 182.
(3) tonvint, het was noodig. 
— 230 —
par pluiseur fois par deviers men dit «igneur monsi- gneur Ie duc, liquelle cose ne peut onques avenir, anschois estoit adies destournet par Ie consel kil avoit dales luy, dont moult en pesa (1) Ie dit monsigneur de Manni. Et convint qnil se trasent avant et pour venir a bataille (2), et chou fait il se retournerent ariere en Engleterre, et aleur partement il requisent a me dame quille rolsist venir en Engleterre et pour ou- vrer (3) et faire de ces besoingnes par Ie consel monsi gneur Ie roy, lequelle cose medameleur ottria (4) et eut enconvent, comme chelle qui doutout en a offiert tous
(1) dont moult en pesa , hetgeen den heer van Manni zeer leed deed of hinderde.
Gedenkstukken Nederlandsche Geschiedenis, ed. Bergh, 1842 (Google data) 122, in: Monasterium.net, URL </mom/Gedenkstukken/90e8bfbd-27bc-40aa-a646-63f5b3c03d35/charter>, accessed at 2024-11-21+01:00
The Charter already exists in the choosen Collection
Please wait copying Charter, dialog will close at success