Nous Marie demisele de Gelre (1) dame du Tran- Loei (2), faisons connute chose a tous ciaus qui ces presentes lettres Yerront, que Nous avons reciut de noble homme Guion conte de Flandres et marchis de Namur , mil livres de blans en bonne monnoie bien nombree et bien contee: les queis mil livres li dis no- bles homs nous devoit a la feste sant Remi ou cliief de octembre (3), qui fu en lan de grasce M. CC. quatre vms et 1. et nous entenons a payer et en est yos plains creans fais, et si en quitons Ie devant dit noble houme et lui et ses hoirs perpetuelment de ...... a ces mil

livres apartient et pour ce que ee soit chose seure el estaule (4) nous en avons ces presentes lettres scelees de nostre scell et baillices au devant dit noble houme.

(1) Maria was de dochter van Grave Ölto II van Gelder en is ongehuwd gestorven , voor of in 1306; men twijfelt of zij uit Ottos eerste of tweede huwelijk gesproten zij. Verg. over haar Pontanus Hist. Gelr. p. 172 sqq. en Tan Spaen, Inleid, tot de Hist. van Geld. II. 219. 228.

(2) Trankeel, ook Tragelin, d. i. Nieuw-Lobilh. Zie Nijhoff Gedenkw. uit de Geschied, van Geld. II. bl. 137. Van deze inkomsten besprak zij 160 pond tournooisch aan een door haar gesticht gasthuis te Arnhem, gelijk blijkt uit eenen brief van haren broeder Reinoud van 8 Sept. 1306 , bij Nijhoff, I. 92.

(3) Chief de octembre, in het begin van October; het feest van S. Remigius valt namelijk op den eersten dier maand.

(4) Estaule, in later Fransch stable, vast.

Ge fu fait en lan de grasce Mil. C. C. quatre vins et I, le venredi apres la saint Remi.

Origineel op perkament met het zegel Tan Maria in geel was; zijnde haar afbeeld sel ten roeten uit met de mispelbloemen, en als contrazegel een klimmende leeuw.