8 Februarij 1578.

Allen dengheenen, die desen onsen oepenen let teren sullen sien oft hoor en lesen, saluyt, enz. Gegeven den zesten Decembris, anno Domini xv° zeven ende tzeventich.

Burgemeesteren van Amstelredam, uit hunnen naam en van wege de stad eenige gekommitteerden afge vaardigd hebbende, ten einde met de Staten van Hollandt over eene vereeniging met de andere steden des lands en eene billijke satisfactie, naar inhoud der pacificatie van Gent, te handelen, gelijk aan de Staten daartoe de last door prins Wilhelm van Orangien ge geven was, sluiten, met bemiddeling van de afge

vaardigden der Staten van Utrecht, een verdrag van voldoening, bestaande uit vier en twintig artikelen.

De satisfactie is bekrachtigd door Wilhelm, prins van Orangien, en Matthias, aartshertog van Oistenrijck, met hunne eigenhandige onderteekening, en bezegeld door de Staten van Zeelant, Wilhelm van Orangien, de Sta ten van Hollant, koning Philips, de Staten v&n Bra bant , benevens de stad en het domkapittel van Utrecht.

Handschrift op perkament, bestaande uit een boek van twaalf bladzijden in folio. Van de zeven zegels, alle in rood was en hangende aan dubbele fransijnen staarten, hebben alleen het vierde, vijfde en zesde tegenze- gels. Lade 35.

Handvesten van Amsterdam, bl. 42. De inhoud van het verdrag wordt in verscheidene beschrijvingen der stad ge vonden. .