Het Archief der Ijzeren Kapel in de Oude Of Sint Nikolaas Kerk Te Amsterdam, Nr. 117, S. 134
15 September 1495.
Frater et praeceptor domus Theutonicae per Ly- voniam et frater Conradus marescalcus, etc. Datum Rige, feria secunda ante Symonis et Jude.
De aartsbisschop Michaël verklaart, dat voor hem verschenen is magister Conradus Symonis, gemagtigde der stad Amstelredamme, hem vertoonende twee brie ven, den een' van Johannes, aartsbisschop te Riga, den ander van den meester van het Duitsche Huis in Ldjflant, strekkende den laatsten brief tot beves tiging van den eersten, terwijl de gekommitteerde begeerde, daarvan te mogen hebben vidimus of kopij authentiek. Hij staat dit verzoek toe, met bevel, dat het gemaakte afschrift dezelfde kracht en waarde zal bezitten, als het origineel, en bevestigt aldus de vreemde kooplieden, en bijzonderlijk die van Am
stelredamme, in de voorregten, hun, wanneer zij kwa men handel drijven in Lijflant, eertijds toegestaan.
Getuigen zijn magister Albertus clericus en Johan- nes Bette van Amstelredamme met Henricus Moul van Beverwijck.
Brief op perkament met het zegel van den aartsbisschop in rood was, han gende aan een' dubbelen fransijnen staart. Lade 41. Handvesten van Amsterdam, bl. 62, met eene Nederduitsehe overzetting.
14 December 1495.
Phelips van Gods gnaden ertshertoge van Oist- rijck, enz. Gegeven in onser stadt van Brues- sel, den Xinien dach van Decembre, int jaer ons Heeren duyst vierhondert vive ende tne- gentich.
Phelips vergunt, dat het privilegie, aangaande de verkiezing der vroedschap, zou in stand blijven te Amsterdam en in eenige andere steden van Hollant, tot dat hij den ouderdom van vijf en twintig jaren bereikt had. Tot dien tijd zouden alle ambten in den lande alleen door inboorlingen bekleed worden, en niemand meer dan twee bedieningen te gelijk uit oefenen. Geene brieven van marck of represaillen zouden inmiddels ten uitvoer gelegd worden, dan bij advijs van den stedehouder en de raden van Hol lant. Hij geeft buitendien kwijtschelding van de pen ningen , welke men aan vrouw Marie en hertog Karel van Bourgoingnen was schuldig gebleven. Overigens wordt het groot privilegie van vrouw Marie in eenige
opzigten door hem bevestigd, in andere beperkt of veranderd.
Op den omgeslagen rand van het charter staat: Bij mijnen heere den ertshertoge, mijn heere van Nassou, mees ter Bauduin, bastartvan Bourgoingnen, die heeren, van Bevre, van Berghen, van Chievre, van Maigny, pre sident van den grooten rade, die proosten van Tricht ende van Ludijc, meester Tlribault Barradet, Hues du Mont, ende anderen jegewoirdich.
Brief op perkament met het zegel en tegenzegel van den graaf in rood was, hangende aan een' dubbelen fransij- nen staart. Lade 15. Handvesten van Amsterdam, bL 86.
Scheltema, Pieter: Het archief der ijzeren kapel in de oude of Sint Nikolaas kerk te Amsterdam, 1850 (Google data) 117, in: Monasterium.net, URL </mom/NikolaasKerk/bcf51ad6-f089-42d0-9766-422f1bee2832/charter>, accessed at 2024-12-04+01:00
The Charter already exists in the choosen Collection
Please wait copying Charter, dialog will close at success