11 Maart 1358.

Aelbrecht geeft berigt, dat hij ruwaard dezer lan den is geworden uit hoofde van de ziekte zijns brpe- ders, graaf Willem van Beyeren, en op verzoek van zijne zuster, gravin Machteldvan Lancasire. Hij belooft, met goede trouw te zullen regeren, zoo in andere ste den, als inzonderheid te Aemslelvedamme, en neemt op zich, de schulden van zijnen broeder naai' vermo gen te betalen.

Aan liet einde van dit charter staat: Dit was ghe- daen binnen der stede van Aemsïelredamme, in jeghen- wordicheyt ons liefs neven Enghelbrechts, grave van der Merken, heren Godevar de, heere van Brunecke, he ren Everaert Scheynke, heere van Eerpach, heren Coenraet der Crelselaer van Billensteyne ende Pieter der Camerouiver van Meheytsteyn.

Brief op perkament met het zegel van den hertog in rood was, han gende aan een' dubbelen 1'ransijnen staart. Hierbij is een afschrift op perkament. Lede 23.

Handvesten van Amsterdam, bl. 71. Dapper, Hist. Beschr. van Amsterdam, bl. 82.

22 April 1360.

Allen denghenen, die dezen brief zullen zien, enz. Ghegheven in den jare ons Heren dusent drkhondert ende tsestich, op den twie ende twintichsten dach in Aprelle.

Schepenen en raad van Aemstelredam maken be kend , dat zij, door tusschenkomst van den heer van Brederoden en heer Ghered van Heemsteden, met den burggraaf van Leyden zijn overeengekomen, om hem jaarlijks te betalen twee en dertig ponden, waarvoor zij zullen genieten vrijdom van tol in de landen van den burggraaf, uitgenomen bij de jaarmarkten te Vlaerdinghe, Voirseote en Valckenburch; op welke de poorters van Aemstelredam, even als alle andere lie den , tol van hunne goederen zullen geven.

Brief op pcikameut met het zpjel van de stad Aemsielredam in g.oen was, handende aan een' dubbelen fran- sijnen staart. L;de 19.

Handvesten van Amsterdam, bl. 127. Van miebis, Groot Charterboek, deel III, bl. 119.

22 April 1360.

Dirc van Wasnaer, borchgrave van Leyden, em. Ghegheven in den jare ons Heren dusent driehondert ende tsestich, op den twie ende twintichsten dach in Aprille.

Dirc van Wasnaer verklaart, de voorgaande over eenkomst met de stad Aemstelredam gesloten te heb ben, en belooft voor zich en zijne nakomelingen, haar getrouwelijk te zullen houden.

Brief op perkament met het zegel van den burggraaf in groen was, midden doorgebroken, hangende aan een' dubbelen fransijnen staart. Lade 19. Aan dit stuk is door middel van een' doorgestoken fransijnen staart de volgende bevestiging gehecht.

Handvesten van Amsterdam, bl. 127. Dapper, Hist. Beschr. van Amsterdam, bl. 83. Van miebis, Groot Charterboek, deel III, bl. 120.

30 April 1360.

Aelbrecht bi Goeds ghenaden palensgrave opten Rijn, enz. Ghegheven tot Scoenhoven, des donresdaechs opten Meye avond, int jare ons Heren MCCC ende tsestich.

Aelbrecht bevestigt het voorgaande verdrag, tus- schen den burggraaf van Leyden en de poorters van Aemstelredam gemaakt tot beslechting eener twist, onder hen gerezen over de tollen, welke de burg graaf van de Aemstelredammers eischte.

Onder aan het blad staat: Per Joh. de Blesis ce- terosque consiliarios Hollandiae speciales.

Brief op perkament met het zegel van den hertog in groen was, han- ( gende aan een' enkelen fransijnen • staart. Lade 19.

Handvesten van Amsterdam, bl. 127. Dapper, Hist. Beschr. van Amsterdam, bl. 83. Van miebis, Groot Charterboek, deel III, bl. 121.